|||||

HOME

 

 

 







 

 


 

 


Pieter

geen foto beschikbaar


 

Pieter de Leeuw van Weenen, 1810 is de stamvader van alle de Leeuw van Weenens

Hij is geboren te Middelharnis op 14 maart 1810.
Gedoopt aldaar op 1 april 1810, zoon van Aart van We(e)na/Weenen en Adriana de Leeuw
Overleden te Hillegersberg op 20 november 1888


Overlijdensadvertentie van Pieter 1810. Uit het familiearchief van Cornelis*1931


Hij is getrouwd te Sommelsdijk op 25 december 1831 met Cornelia Lugthart, geboren te Sommelsdijk op 17 januari 1812
Gedoopt aldaar op 2 februari 1812, dochter van Jan Lugthart en Helena Boogerman
Overleden te Rotterdam op 15 januari 1884. (In de advertentie wordt haar naam als Luchthart geschreven.
Overlijdensadvertentie van Cornelia Lugthart. Uit het familiearchief van Cornelis*1931



Klik op onderstaande foto om het verhaal van Pieter in PDF te lezen van de hand
van auteur Pieter Willem de Leeuw van Weenen:

 

 


 

Pieters jeugd, wezenzorg in Middelharnis

Al 5 dagen na zijn eerste verjaardag was Pieter wees. In Middelharnis was een gasthuis waar ook wezen werden op gevangen, aan de Ring achter de kerk.

De foto hiernaast toont een tamelijk vervallen staat.

Er staat inmiddels ook ander huis op die plek. Toen Pieter wees werd in 1811, functioneerde het gasthuis nog. Maar ook wordt vermeld in Tijdschrift “De Ouwe Waerelt”, jrg 2, nr 5, sept. 2002, dat in 1811 ook nog wezen werden uitbesteed, ter verzorging door particulieren.

Die konden inschrijven voor een bepaald bedrag. De hoogst biedende kreeg de verzorging.
Bijvoorbeeld weduwen maakten daar een broodwinning van en hadden dan verschillende wezen in huis.

Citaat uit het artikel: “Aan het eind van de zestiende eeuw was er reeds een gasthuis in Middelharnis. Het stond aan de noordzijde van de Ring. Uit een reglement inzake het gebruik van het gasthuis uit 1784 blijkt, dat het pand in de eerste plaats onderdak bood aan de weeskinderen, alhoewel het toch niet als weeshuis te boek stond. In het voornoemde reglement staat feitelijk niets vermeld over het verplegen van personen. Wel staan de taken van de gasthuisvader en —moeder uitvoerig omschreven. Zij dienden onder meer zorg te dragen, dat de weeskinderen op een keurige en godsdienstige wijze werden opgevoed. Gegeten werd er om 8.00, 12.00 en 20.00 uur. Spelen was alleen voor de kleintjes, de oudere kinderen moesten naar school. Als zij de school hadden doorlopen werd er voor hen naar werk gezocht. Het geld dat ze daarmee verdienden verdween vanzelfsprekend in de armenkas. Er was in die tijd klaarblijkelijk onvoldoende plaats in het gasthuis voor wezen, want in 1811 werden nog wezen uitbesteed. ”

Hoe valt de uitbesteding van wezen bij opbod te begrijpen? Het zal gegaan zijn om de inkomsten die de kinderen na hun schoolopleiding wisten te verdienen. Die werden afgedragen. Zo was het met alle kinderen in die tijd, dat het verdiende geld thuis werd afgedragen. Het voordeel dat de wezen hadden was dat zij naar school moesten en een opvoeding kregen naar christelijke regels. Anderen kinderen moesten in hun lagereschoolleeftijd voor koeien zorgen of gingen mee op de schepen als “koffiekookertje”. Dan was te hopen dat iemand aan boord zich over je ontfermde, wat waarschijnlijk ook meestal wel gebeurde.
Bij de haven van Middelharnis staat een standbeeld voor de koffiekookertjes. Pieter had verschillende tantes, zusters van zijn moeder Adriana de Leeuw. Die kunnen ook actief geweest zijn bij het opvangen van wees Pieter.

Hieronder het register waarin Pieter werd ingeschreven toen hij naar het gasthuis moest. Het is van mei 1811:

 

 


Ontstaan van de naam


Pieter is de eerste de Leeuw van Weenen in de geschiedenis. Zijn ouders waren Aart van Weenen en Adriana de Leeuw. De voornaam van zowel de vader van Aart als de vader van Adriana was Pieter.
Omdat zij hun zoon naar de vader van Adriana wilde noemen werd hij gedoopt als Pieter de Leeuw. (een soort doopnaam dus). De doopnaam werd bij het huwelijk van Pieter met Cornelia Lugthart bij de achterrnaam gevoegd en ziehier:

de Leeuw van Weenen

Het is gissen waarom dit destijds gedaan is, maar het kasn zijn dat het verwarrend was voor Cornelia om Cornelia van Weenen-Lugthart genoemd te worden, terwijl je man Pieter de Leeuw-van Weenen heet. Het was dus meer logisch om net als je man 'de Leeuw-van Weenen-Lugthart genoemd te worden. Maar dat zijn iets teveel streepjes. De Leeuw van Weenen-Lugthart was dus de meest logische variant.

Een betere theorie echter is de volgende:
Het is niet zo raar dat de naam begin 1800 is ontstaan. Op 1 maart 1811 toen Nederland een koninkrijk was onder de broer van de machtige keizer Napoleon Bonaparte "Lodewijk Napoleon", werd de Burgerlijke Stand in het grootste deel van Nederland officieel ingevoerd. Bij keizerlijk decreet werd bepaald dat iedere inwoner van het Rijk verplicht was, wanneer er nog geen achternaam werd gevoerd, er één te kiezen en binnen het jaar te laten registreren in een register van naamsaanneming. Napoleon deed dit om o.a. de dienstplicht af te kunnen dwingen en om een efficiëntere belastingheffing in te voeren.
Rond die tijd vond men een bepaald gebruik bij de naamgeving achterhaald en ongepast. Ouders die met de revolutie dweepten gaven hun kinderen als voornaam de achternamen van bijvoorbeeld Danton, Marat en Robespierre. Dit werd toen tegengegaan door een wet uit te vaardigen dat bestaande achternamen niet bij de voornamen getrokken mochten worden . Dit gebeurde allemaal 1 jaar na de geboorte van Pieter. Pieter kon dus nog even rondlopen met zijn bijzondere voornaam. Tot het moment dat er weer een officiele gelegenheid was: Zijn huwelijk. Toen heeft men schijnbaar gemeend om de wettelijke bepalingen alsnog te gaan volgen en heeft men de voornaam bij de achternaam gevoegd.


Al op 21 juli 1804 was er een Pieter de Leeuw - van Weenen. De Pieter die toen geboren was, kwam echter reeds als baby te overlijden.
De moeder van Pieter heette uiteraard Adriana van Weenen - de Leeuw. De enige omgekeerde variant die ik ken.

 


De Trouwakte

 

Op 25 december 1831, 21 jaar oud, trouwt Pieter met Cornelia Lugthart.
In de huwelijksacte blijkt dat de voornaam “Pieter de Leeuw” ten dele bij de achternaam “van Weenen” is getrokken. Daar kon Pieter zelf niets aan doen want hij geeft later als achternaam nog verschillende keren op “van Weenen”. Maar op de burgerlijke stand wordt geïnterpreteerd, en verder zo ook aangehouden, dat de familienaam is “de Leeuw van Weenen”.
Als Pieter trouwt is hij schippersknecht, woonachtig in Middelharnis. Zo staat het in de trouwakte.
De trouwakte beschrijft verder dat hij zijn dienstplicht bij de Nationale Militie voldaan heeft.
Beide ouders en de vier grootouders van Pieter worden in de akte genoemd, met de aantekening dat allen overleden zijn.
Getuigen bij het huwelijk zeggen iets van het sociale leven van Pieter en Cornelia:

o Abram Schellevis, oud tweeëndertig jaren, arbeider;
o Lauris Hollander, oud vierentwintig jaren ,arbeider, beide alhier wonende;
o Abram Sp rong, oud zevenenveertig jaren, koopman; Abram Sprong, koopman, was Pieter’s oom; hij was getrouwd met Sara de Leeuw, zuster van zijn moeder. Misschien voer Pieter ook voor deze koopman.
o Pieter Waterman, oud zesentwintig jaren, schipper, beide te Middelharnis wonende. Pieter Waterman kan de schipper zijn geweest met wie Pieter voer. Pieter Waterman was in ieder geval zijn aangetrouwde neef.
o De arbeiders kunnen getuigen zijn uit Cornelia’s vriendenkring.

Voor het ontstaan van de achternaam was de trouwakte dus het belangrijkste document.
Hier een afschrift van deze akte:

Afschrift van de trouwakte van het huwelijk op 15 december 1831 tussen Pieter de Leeuw van WEenen en Cornelia Lugthart. Document uit het familiearchief van Cornelis*1931.


Grappig is dat zelfs in dit belangrijke document de naam verkeerd geschreven wordt. Bovenin staat officieel Pieter de Leeuw van Weenen. Maar onderaan staat bij w.g. (was getekend), Pieter de Leeuw van Wenen met 1 e.

 

Hieronder nog eens dezelfde tekst, maar dan uitgetikt. (kan er tenminste op gezocht worden)

Pieter de Leeuw van Weenen en Cornelia Lugthart

In den jare eenduizend achthonderd een en dertig den vijfentwintigsten
dag der maand december des voormiddags ten elf uren zijn voor ons Jacob de Graaff,Burgemeester en Secretaris der Gemeente Sommelsdijk,ambtenaar van den Burgerlijken Stand derzelver gemeente verschenen Pieter de Leeuw van Weenen,oud een en twintig jaaren,van beroep schippersknecht,wonende te Middelharnis, en aldaar geboren den veertienden maart des jaars achttienhonderd en tien, blijkens doopcedulle daarvan op den zeventienden oktober dezes jaars,door den heer Burgemeester van Middelharnas afgegeven. Meerderjarige zoon van Aart van Weenen en van Adriana de Leeuw, kleinzoon van vaderszijde van Pieter van Weenen en 'van Krina Stam, en van s'moederszijde van Pieter de Leeuw en van Sijtje Groenendijk, allen overleden, zoo te Middelharnis, Hendrik-Ido-Ambacht, en Rotterdam,blijkens doopcedullen daarvan door Heeren Burgemeesters van genoemde gemeenten afgegeven, en Cornelia Lugthart, oud twintig jaren, zonder beroep, wonende in deze gemeente en alhier geboren den zeventienden januarij des jaars achttienhonderdtwaa1f ,blijkens doopcedulle daarvan op den negenentwintigsten oktober dezes jaar door ons Burgemeester dezer gemeente afgegeven, minderjarige dochter van: Jan Lugthart, alhier tegenwoordig en zijne toestemming gevende en van: Lena Boogerman, volgens door ons Burgemeester dezer gemeente afgegeven doopcedulle in deze gemeente overleden.
Welke ons hebben verzocht, tot de voltrekking van hun voorgenome huwelijk te willen overgaan, waarvan de twee gewoone afkondigingen voor het huis der gemeente alhier zijn geschied, op zondag den twintigsten en zevenentwintigsten november dezes jaars, en te Middelharnis op zondag den elfden en achttienden december dezes jaars beiden des voormiddags ten elf uren. Geene verhindering tegen gemelde huwelijk ter onzer kennisse gekomen zijnde en het ons gebleken is dat den, Comparant aan zijne verplichting wegens de Nationale Militie heeft voldaan, blijkens certificaat daarvan door den heer Gouverneur van Zuid-Holland afgegeven, hebben wij aan hun verzoek voldaan, na voorlezing van alle bovengenoemde stukken, als mede van het zesde hoofdstuk van het thans nog vigeerend Burgerlijk wetboek van het Huwelijk, ieder der aanstaande echtgenooten afzonderlijk afgevraagd of zij elkander wederkeerig tot man en tot vrouw wilden nemen hierop door ieder hunner een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij in naam der wet dat Pieter de Leeuw van Weenen en Cornelia Lugthart, door het huwelijk vereennigd zijn, waarvan wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Abram Schellevis, oud tweeendertig jaaren, arbeider van Lauris Hollander, oud vierentwintig jaren ,arbeider, beide alhier wonende, van Abram Sprong, oud zevenenveertig, jaren, koopman, en van Pieter Waterman, oud zesentwintig jaren, schipper, beide te Middelharnis wonende welke met de Comparanten en ons, deze acte na voorlezing hebben geteekend.

w.g.Pieter De Leeuw van Wenen

w.g.Cornelia Lugthart
w.g.Jan lugthart
w.g.A.Schellevisch
w.g.L.Hollander
w.g. A.Sprong
w.g.P.Waterman


wg. Jacob de Graaff
Voor eensluidend afschrift,
De ambtenaar van de burgerlijke stand van Middelharnas

 


 

Huwelijksjubileum

In 1880 verschijnt een advertentie over het 50 jarig huwelijksfeest van Pieter en Cornelia.
Dat is overigens een opmerkelijke manier van rekenen. Het huwelijk was in 1831.
In 1880, 49 jaar later, beginnen Peter en Cornelia aan hun jubileumjaar. Is het een drukfout?
Stond het in een krant die in december 1881 uitkwam? De kinderen ondertekenden met “Hunne dankbare kinderen”, misschien was dat een vaste formulering. Laten we het er maar op houden, dat het van een goede band getuigde tussen ouders en kinderen. De kinderen zouden, in het andere geval, toch geen advertentie hebben geplaatst, en met elkaar betaald?
Dat er een advertentie geplaatst werd, betekent in ieder geval ook dat Pieter en Cornelia, met hun kinderen, een voldoend grote kennissenkring hadden, ook nog in Rotterdam.
Zij deden en telden gewoon in het maatschappelijk leven mee, waren geen “no-bodies”.

 



 

 

 


Beroep Schipper

Pieter was van beroep schipper.
In 1854 voer hij bijvoorbeeld op de Tjalk de Geertruida Maria. Vernoemd naar zijn vijfde dochter. Aangezien zij geboren was in 1851, zal het schip niet ouder zijn dan die datum.
Over het schip staat op de prachtige site Gensearch het volgende:

Rijnvaartpatenten te Dordrecht 1863(1862)-1875

 

 

Datum : 19-08-1863

Nummer : 1520

Schip : Geertruida Maria

Grootte schip : 1316 (in centenaars)

Soort schip : tjalk

Gevoerd (na 17-07-1869 diepgang) : ongevoerd

Overdekt (of niet) : overdekt

Leges : f 3

Schip geschikt voor : alle goederen certificaat

De Geertruida Maria kan naar zijn dochter vernoemd maar het is evengoed mogelijk dat zijn dochter vernoemd is naar de Geertruida Maria. In laatste geval is het dan weer mogelijk dat de Geertruida Maria is vernoemd naar het grote gelijknamige Dordrechtse fregat dat een aantal maal in de periode 1847-1852 naar Nederlands Indie voer.

 


Hieronder staan 32 vermeldingen van de Geertruida Maria uit het boek met havengelden van Dordrecht. Met grote dank aan Erica van Gensearch die ook nog even de bronvermelding overal netjes heeft bijgeschreven.
De naam van Pieter staat heel divers geschreven:


* 1 juni t/m 16 aug. 1849
F.J. Marinus 60 ton 60 cs, J. van Weenen 37 Ton 60 cs
f 1,20
[pagina 41b, Stadsarchief Dordrecht 68a-8 havengeld 1846-1851 (boek B)]

* 1 nov. t/m 31 dec. 1850
C. van den Ouden 32 ton 60 cs, P. van Weenen 37 ton 60 cs
f 1,20
[pagina 61a, Stadsarchief Dordrecht 68a-8 havengeld 1846-1851 (boek B)]

* 07-12-1850
P. van Weenen 37 ton 60 cs, A. de Rover 69 ton 90 cs
f 1,50
[pagina 09b, Stadsarchief Dordrecht 68a-34 klad haven-, paal- en
aanleggelden (24 nov. 1849 - 1854)]

 

commentaar :
- In deze 1e drie vermeldingen staan geen namen van schepen vermeld. Ook wordt iedere keer 37 ton 60 cs afgerekend, terwijl bij de volgende vermeldingen telkens 55 ton wordt afgerekend. Het lijkt dus niet de Geertruida Maria te zijn.
- De 1e maal wordt P. van Weenen met een J. geschreven.

- De vermelde namen van Marinus, Den Ouden en De Rover waren geen compagnons.
J. van Weenen" staat op de zelfde regel genoteerd als "F.J. Marinus". De havengelden van deze twee schippers zijn (opgeteld) als één bedrag genoteerd.



* 07-04-1854
[0362] P. de Leeuw van Weenen, Tjalk Geertrui Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 46a [25], Stadsarchief Dordrecht 68a-9 havengeld 1851-1854 (boek C)]

commentaar: Hij was met zijn schip met een lading van 55 ton in de haven van de gemeente Dordrecht. Het havengeld was in die tijd f 0,01 per ton, dus hij betaalde f 0,55 havengeld.

 


* 13-10-1854
[1622] P. van Veen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen half
f 0,275
[pagina 02a, Stadsarchief Dordrecht 68a-10 havengeld 1854-1856 (boek D)]

* 22-11-1854
[1826] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 06b, Stadsarchief Dordrecht 68a-10 havengeld 1854-1856 (boek D)]

* 21-05-1855
[0428] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 27a, Stadsarchief Dordrecht 68a-10 havengeld 1854-1856 (boek D)]

* 23-05-1855
[0443] P. van Weenen, Tjalk Geertuijda Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 27a, Stadsarchief Dordrecht 68a-10 havengeld 1854-1856 (boek D)]

* 09-12-1856
[1542] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 051, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 04-04-1857
[0293] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 070, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 23-04-1857
[0382] P. van Wenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 073, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 27-05-1858
[0537] P. van Wenen, Tjalk Geertruida Maria, à 1 1/2 cent per ton, 52 Tonnen
f 0,78
[pagina 158, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 26-02-1857
[0112] P.D.L. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, à 1 1/2 cent per ton, 55
Tonnen
f 0,825
[pagina 059, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 18-03-1857
[0206] P.D.N. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, à 1 1/2 cent per ton, 55
Tonnen
f 0,825
[pagina 064, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 23-04-1857
[0382] P. van Wenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 073, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 23-07-1857
[0942] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 096, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 06-06-1857
[0622] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 084, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 27-05-1858
[0537] P. van Wenen, Tjalk Geertruida Maria, à 1 1/2 cent per ton, 52 Tonnen
f 0,78
[pagina 158, Stadsarchief Dordrecht 68a-11 havengeld 1856-1858 (boek E)]

* 04-03-1859
[0156] P. van Wend, Tjalk De Vrouw Geertruida Maria, 52 Tonnen
f 0,52
[pagina 059, Stadsarchief Dordrecht 68a-12 havengeld 1858-1861 (boek F)]

* 17-11-1860
[1165] P. van Weene, Tjalk Geertruida Maria, 52 Tonnen
f 0,52
[pagina 021, Stadsarchief Dordrecht 68a-36 kladregister havengeld 1860-1863]

* 17-11-1860
[1165] P. van Weere, Tjalk Geertruida Maria, 52 Tonnen
f 0,52
[pagina 171, Stadsarchief Dordrecht 68a-12 havengeld 1858-1861 (boek F)]

* 01-12-1860
[1208] P.L. van Weene, Tjalk Geertruida Maria, 52 Tonnen (half)
f 0,26
[pagina 173, Stadsarchief Dordrecht 68a-12 havengeld 1858-1861 (boek F)]

* 01-12-1860
[1208] P.L. van Weene, Tjalk Geertruida Maria, 52 Tonnen (half)
f 0,26
[pagina 023, Stadsarchief Dordrecht 68a-36 kladregister havengeld 1860-1863]

* 21-10-1862
[1178] P. van Weene, Tjalk Geertruida Maria, 55 Tonnen
f 0,55
[pagina 141, Stadsarchief Dordrecht 68a-36 kladregister havengeld 1860-1863]

* 19-11-1862
[1320] P. van Weene, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 148, Stadsarchief Dordrecht 68a-36 kladregister havengeld 1860-1863]

* 15-08-1864
[0788] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 035, Stadsarchief Dordrecht 68a-13 havengeld 1864-1865 (boek H)]

* 12-07-1864
[0605] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 027, Stadsarchief Dordrecht 68a-13 havengeld 1864-1865 (boek H)]

* 03-10-1864
[0990] P. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 049, Stadsarchief Dordrecht 68a-13 havengeld 1864-1865 (boek H)]

* 05-12-1864
[1568] P.A.L. van Weenen, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 082, Stadsarchief Dordrecht 68a-13 havengeld 1864-1865 (boek H)]

* 18-05-1865
[1208] C. van Wenen, Tjalk Geertruida Maria, 56 Tonnen
f 0,56
[pagina 148, Stadsarchief Dordrecht 68a-13 havengeld 1864-1865 (boek H)]

* 19-05-1866
[1421] P. van Weenen, Tjalk Geertrui, 40 Tonnen
f 0,40
[pagina 117; Stadsarchief Dordrecht 68a-14 havengeld 1865-1866 (boek I)]

* 04-06-1866
binnenvaart, no. 474 P. van Weenen, Tjalk Geertruida, Particulier van
Roosendaal, à 6 cent per ton, 56 Tonnen [per jaar]
f 3,36
[pagina 127; Stadsarchief Dordrecht 68a-14 havengeld 1865-1866 (boek I)]
[pagina 127; Stadsarchief Dordrecht 68a-14 havengeld 1865-1866 (boek I)]. Gekregen van Erica van Gensearch in 2007.

 

Terug naar boven


 

 

 

 

Een reactie op bovenstaande gegevens is zeer welkom.
Mail me op Mailadres is een plaatje tegen spam. emailadres overtikken dus alstublieft

 

 

Laatst bijgewerkt 24.05.2010