|||||

HOME

 

 

 







 

 


 

 


"de Leeuw van Weenen"


 

Naamsverklaring

 

De naam de Leeuw van Weenen is een samentrekking van de familienaam de Leeuw met de familienaam van Weenen (Weena).

De eerste de Leeuw van Weenen zag het daglicht in 1810. Aart van Weenen en Adriana de Leeuw kregen toen een zoon. De voornaam van zowel de vader van Aart als de vader van Adriana was Pieter. Omdat zij hun zoon naar de vader van Adriana wilde noemen werd hij gedoopt als Pieter de Leeuw. (een soort doopnaam dus). De doopnaam werd bij het huwelijk van Pieter met Cornelia Lugthart bij de achterrnaam gevoegd en ziehier:

de Leeuw van Weenen

Het is gissen waarom de doopnaam bij de achternaam werd gevoegd, maar ik het zou kunnen dat het verwarrend was voor Cornelia om Cornelia van Weenen-Lugthart genoemd te worden, terwijl je man Pieter de Leeuw-van Weenen heet. Het was dus meer logisch om net als je man 'de Leeuw-van Weenen-Lugthart genoemd te worden. Maar dat zijn iets teveel streepjes. De Leeuw van Weenen-Lugthart was dus de meest logische variant.

Een betere theorie is de volgende:
Het is niet zo raar dat de naam begin 1800 is ontstaan. Op 1 maart 1811 toen Nederland een koninkrijk was onder de broer van de machtige keizer Napoleon Bonaparte "Lodewijk Napoleon", werd de Burgerlijke Stand in het grootste deel van Nederland officieel ingevoerd. Bij keizerlijk decreet werd bepaald dat iedere inwoner van het Rijk verplicht was, wanneer er nog geen achternaam werd gevoerd, er één te kiezen en binnen het jaar te laten registreren in een register van naamsaanneming. Napoleon deed dit om o.a. de dienstplicht af te kunnen dwingen en om een efficiëntere belastingheffing in te voeren.
Rond die tijd vond men een bepaald gebruik bij de naamgeving achterhaald en ongepast. Ouders die met de revolutie dweepten gaven hun kinderen als voornaam de achternamen van bijvoorbeeld Danton, Marat en Robespierre. Dit werd toen tegengegaan door een wet uit te vaardigen dat bestaande achternamen niet bij de voornamen getrokken mochten worden . Dit gebeurde allemaal 1 jaar na de geboorte van Pieter. Pieter kon dus nog even rondlopen met zijn bijzondere voornaam. Tot het moment dat er weer een officiele gelegenheid was: Zijn huwelijk. Toen heeft men schijnbaar gemeend om de wettelijke bepalingen alsnog te gaan volgen en heeft men de voornaam bij de achternaam gevoegd.

Al op 21 juli 1804 was er een Pieter de Leeuw - van Weenen. De Pieter die toen geboren was, kwam echter reeds als baby te overlijden.
De moeder van Pieter heette uiteraard Adriana van Weenen - de Leeuw. De enige omgekeerde variant die ik ken.

In het vervolg van deze site kunt u voornamelijk de genealogie terugvinden van het 'van Weenen' gedeelte van de naam. Van Weenen is een verbastering van Weena. Niet de hoofdstad van Oostenrijk, maar de straat in Rotterdam. Weena is op haar beurt weer een verbastering van het slootje 'de Wijde A' (Wedena, Weena) dat in de 13e eeuw een aftakking was van de Rotte. (A = Aqua = Water)

Bij dat slootje werd een kasteel gebouwd dat dezelfde naam kreeg. De bewoners van dit kasteel werden automatisch de heren van het Weena genoemd.

Deze verbastering van van Weena in van Weenen werd voor het eerst gedaan door Aart van Weena uit 1776.
Van geboorte heet hij van Weena.
Op de geboorteakte van zijn zoon Pieter de Leeuw *1804 noemde hij zich "Van Wena"
Op de geboorteakte van zijn zoon Pieter de Leeuw *1810 noemde hij zich "Van Wenen"
Op de trouwakte van Pieter de Leeuw * 1810 staat hij voor het eerst geschreven als "Van Weenen"

We gaan er dus vanuit dat de naam officieel is ontstaan op 25 december 1831. De trouwdag van stamvader Pieter de Leeuw van Weenen *1810.
Zie voor een bewijs hiervan de trouwakte.

 

 


 



Stamboom van van Weena tot de Leeuw van Weenen


Geslachtsregister Weena

bron: Oude ware beschryvinge van Schielant door Jacob Lois (1620-1676)

Naam
Titel Geboren OverledenHuwt Kinderen

Heer Alewijn van Leiden

 

- Burggraaf of tweede    Kastelein Leiden
- Stichter kasteel    Kranenburg
- Baenderheer van Berkel,    Bleiswijk, Weena,    Boekelsdijk
- Heer van Rijnlant en    Wassenaar
- Utrechts Leenman

1066 1121 Barta van Lijnden

Alewijn (overl 1198)
2 zonen:

Jacob (huwt Willemina van Teylingen)
Philips

Christiaan
Jacob

 

Christiaan van Weena- Heer van Berkel,    Bleiswijk, Weena,    Boeckelsdijk en    Bloemersdijk
- Ambachtsheer van Cool
- Stichter kasteel Weena
1086? 1128  Philips (kinderloos)
Dirk
Wijntien (kinderloos)
Dirk van Weena    1156  Jacob
Hendrik
Jacob Bouckels van Weena


  1189een dochter van de heer van Woerden Reijnier
Reijnier Bouckels van WeenaRidder   1266  Dirk

Dirk Bouckels van Weena

Ridder
  1306 

Willem

Willem van Wena

Hoogheemraad van Schieland      Jacob
Gijsbrecht
Jacob van Weena     1349  Adriaan
Weyntien
Adriaan    1360 

1) Gillis
2) Adriaan van Weena (vader van 
a) Jacob,
b) Jan,
c) Gerrit
Storm van Wena te Delf
(vader van Margaretha van Weena),
d) Weijntien en
e) Gillisken)
3) Oda

Gillis van Bulgersteijn

Heer van Boeckeldijk en Bulgersteijn

     Jan
Jan van Bulgerstein      Lievin
Lievin van Bulgersteijn    1370  Arent
Arent van Bulgersteijn wordt WeenaNeef van Margaretha (erft Weena van Adriaan)   1460 

Jacob Bouckels van
Weena (Heer van Gysenburgh) 1477

- Vader van Jan 1490 - kinderloos
Zoon ?

Zoon?       Gerrit
Gerrit    1490  Jacob
Jacob Bouckels van Weena    1555  Vererft op neef Jan van Almonde (vader van
Jacob van Almonde)
Jakob van Almmonde 1504
Jan van Weena   1650?    Maarten
Maarten Janz. Van Weena  1675?  Jaapje van der Zijde Jan
Jan van Weenaschipper 1711  Geertruid Veth Pieter
Pieter van Weenaschipper 1746 1795Kuniertje Stam Aart
Aart van Weenaschipper 1776 1810Adriana de Leeuw Pieter
Pieter de Leeuw van Weenen Aartsvader der Leeuw van Weenens 1810 1888Cornelia Lugthart 1 Adriana 1832, 2 Jan 1834
3 Jan 1835, 4 Helena 1837
5 Cijtje 1839, 6 Aart 1840
7 Pieter 1842, 8 Pieter 1843
9 Cornelia 1845, 10 Cornelis 1846, 11 Martinus 1849
12 Geertruida Maria 1851
13 Dirk 1854

 

Terug naar boven



Het verhaal van de familiestamboom



Voor alle historische schrijvers geldt dat ze vele bescheiden gekend hebben die nu verloren gegaan zijn.
Voor het verhaal per persoon gaan we uit van de versie van Jacob Lois.

Er was eens, rond 1100, in Leiden een burchtgraaf of 2e Kastelein, die regeerde onder Graaf Diederick de 6e; zoon van Graaf Floris de Vette (wat niet dik betekent, maar dapper).
Deze burchtgraaf heette Alewijn, heer van Rijnlant en Wassenaar. Hij was tevens Baenderheer van Berkel, Bleiswijk, Weena en Boekelsdijk. De Wassenaars hadden vroeger rond Rotterdam heel wat te vertellen. Ze gingen er prat op van Claudius Civilis af te stammen. Het adellijk geslacht Van Wassenaer is vermoedelijk het oudste van Holland. In de twaalfde eeuw is Van Wassenaer ontsproten aan het geslacht Van Raephorst. Van twee takken sterft er een uit in 1544. Uit de jongere tak komt voort de Duvenvoorde`s waaruit onder meer bekend is Jacob van Wassenaer, heer van Obdam, luitenant-admiraal van de Nederlandse vloot na de dood van Tromp. (bron: Oosthoeks Encyclopedie)

Er bestaan diverse schrijfwijzen van zijn naam. Zo vind je terug: Adelwinus de Ledene, Adelwino de Ledene, heer van Wassenhoven en Halewijn van Wassenaer. Ook zijn titel wordt nog weleens anders geschreven. Naast Burggraaf of Burghgraaf van Leijden en heer van Rijnland wordt hij ook 2e Kastelein en Utrechtse Leenman genoemd.
Alewijn stichtte kasteel Kranenburg

In een oorkonde van de graaf van Holland uit 1156 komt een Alwinus Casteilanus voor die de functie van burggraaf te Leiden heeft, en het is zeer goed mogelijk dat hiermee deze Alewijn wordt bedoeld (bron: www.kastelenteam.nl)

Jacob Kortebrand vermeldt dat hij Halewijn de derde van die naam was. Het zou dus zomaar kunnen dat zijn vader en zijn opa ook Halewijn werden genoemd. Volgens het zondagsblad de Standaard van 25 maart 1941 was Halewijn getrouwd met Vrouwe Barta van Lijnden.

Nog een laatste leuke vermelding is het in 1901 door E. Molt geschreven verhaal over Alewijn de lijfeigene. In hoofdstuk 9 van dit verhaal wordt gesproken over de oude Wena, maar dit is in dit verhaal een vrouwspersoon.


Teilingerstraat te Rotterdam. Op  de achtergrond het hofplein spoortraject. Foto: Jan de Leeuw van Weenen 2004Hij had 3 zonen, die hij een bezit moest schenken. De oudste zoon, Alewijn (de 4e dus) erfde zijn bezittingen. Hij krijgt 2 zoons Philips van Wassenaar en Jacob.
Van 1202 tot 1241 wordt in diverse documenten een burggraaf Jacob aangetroffen, mogelijk tot het geslacht Bokel behorend en misschien gehuwd met een jonkvrouwe van Teylingen.(bron: www.kastelenteam.nl). Met Willemina van Teylingen krijgt deze Jacob een zoon Philips. Deze Philips trouwde met een dochter van heer Daniel van der Merwede, en verwekte bij haar een zoon Dirk, later genaamd de goede heer
van Matenesse. Dirk huwde op zijn beurt met een dochter uit het huis van Polanen, en van zijn twee zoons werd de oudste, Dirk, de stamvader van de Matenesses, en de tweede, Philips, de stamvader van de Spangens.

De 2e zoon, Christiaan, werd heer van Bleiswijk, Berkel, Boeckelsdijk en Bloemersdijk, heer van Weena en Ambachtsheer van de landen van Cool.
De jongste, Jacob werd heer van Vlaardingen.

Alewijn overleed in 1121.

De versie van Jacob Kortebrand is, dat Alewijn slechts 2 zonen had en dat de 3e, Jacob een zoon was van Christiaan.



De geheimzinnige Middeleeuwse burcht van Leiden.
Wanneer en door wie werd de heuvel opgeworpen en de
muren gemetseld?


De 2e zoon, Christiaan, werd heer van Bleiswijk, Berkel, Boeckelsdijk en Oost- en West-Bloemersdijk, heer van Weena en Ambachtsheer van de landen van Cool. Het zondagsblad de Standaard van 25 maart 1941 vermeldt dat Christiaan ook eigenaar was van het slot Bulgerstein en dat een der geschiedschrijvers giste dat het Hof van Weena een huwelijksgift was van de heer Christiaan aan zijn zoon Jacob.

Er zijn nogal wat tegengestelde berichtgevingen over deze Christiaan.

1. Heer Christiaan had 2 zoons en een dochter. Dirk, Wijntien en Philips. Zijn dochter Wijntien sterft jong, een van zijn zonen Philips, gaat naar Parijs en sterft daar in 1l37.
De NRC van 15 maart 1941 vermeldt dat Christiaan 1 zoon en 2 dochters had en dat juist"de oudste dochter Weijntgen van Weena vroech is gestorven binnen parijs in den jare 1137; ende zij liet na eenen zoon ende eene dochter."

2. Het was Christiaan die landerijen van zijn vader als huwelijkscadeau kreeg en vervolgens het kasteel Weena bouwde omstreeks 1136.
Het Rotterdams jaarboekje 1942 beweert echter dat de ene Dirk Bokel, het kasteel gesticht heeft. Niet duidelijk is of ze de zoon van Christiaan of de zoon van Willem bedoelen.
Het beste bewijs dat het Christiaan geweest moet zijn geeft "de beschrijving der adelijke sloten van Schieland, door den Domproost van Utrecht Simon Doeden van der Sluys in 1474 opgesteld en door zijn neef, den pastoor der sint Laurenkerk alhier, Willem van der Sluys, als bijvoegsel achter het bekende verhaal van den Jonkerfransenoorlog afgeschreven".
Volgens de NRC van 15 maart 1941 wordt aan deze beschrijving het volgende ontleent:
"Men sech dat dit sloot is gebout van eenen jonger soone van de geslachte van de burghgraven van leijden, met namen heer Christiaan van Wassenaar, eenen oom van heer Alewijn van Wassenaar, heer van Rijnlant."
Grappig dat Christiaan in dit gedeelte genoemd wordt als oom van Alewijn. Terwijl de de broer van Christiaan, Alewijn, echt geen zoon had die ook Alewijn heette.
In de Beschrijving der Stad Rotterdam en Eenige omleggende Dorpen - Door Gerard van Spaan (1651-1711) wordt vermeld dat "het Hof een adelijk Slot en Stamhuis van de Edelen van Wena geweest is, welke uit een jonger broeder van den Heer van Wassenaar, Burggraaf van Leiden, zouden gesproten zijn."


Jacob Kortebrand is het er wel mee eens dat Christiaan 2 zonen had. Maar volgens hem waren dat Philips en Jacob. Het verhaal hierboven bij Alewijn de 3e over Jacob klopt verder wat Kortebrand betreft, maar daarbij was Jacob behalve de vader van Philips ook nog de vader van : Alewijn (moet dus onderhand de 5e zijn), een zoon , wiens naam niet bekend is en Jacob Boekel. Hierdoor slaat hij dus Dirk over.
Roo-Valkstraat te Rotterdam foto: Jan de Leeuw van Weenen 2004


Dirk de enige zoon die Christiaan nog rest sterft in 1156.
De leenheren van het huis weena wilde jaarlijks worden "verheergewaed". Dat wil zeggen dat de leenman elk jaar de leenheer iets moest aanbieden voor de jacht. De leenheer van het Huis Weena wilde een rode valk. Naar dit evenement is de Roo-Valkstraat in Rotterdam vernoemd.


 

 


Jacob van Wassenaar is een roemrijk man. Er zijn hele gedichten en tekeningen gemaakt van Jacob. Volgens de overlevering werd hij gedwongen om zijn naam met die van Boekel of Bokel te verwisselen wegens een door hem gepleegde moord (zie gedicht "de Beukelaar" en de gelijknamige litho). Overigens een zeer milde straf voor een moord, maar dat heb je als je zelf eigenaar bent van de rechtbank.
Deze Jacob laat de dijken rondom zijn land verzwaren (o.a. de Beukelsdijk). Hij vindt dat hij daar erg goed aan gedaan heeft en schenkt die landen dan ook zijn naam.Vanaf die tijd heten die landen: Jacob Bouckelsambacht. De naam Bouckels, voegt hij dan ook bij zijn eigen naam en dus heet hij voluit Jacob Bouckels van Weena. Die naam blijven de geslachten na hem ook dragen.

Volgens Jacob Kortebrand was de vader van Jacob niet Dirk, maar Jacob de Burggraaf onder wiens invloed aan de oever van de Maas nieuw leven gewekt zou zijn. Dat dit inderdaad niet Jacob Bouckels van Weena zelf moet zijn geweest blijkt wel uit de zinsnede in het zondagsblad de Standaard van 25 maart 1941 dat heer Jacob goed was voor zijn onderdanen, hun welvaart bevorderde, handel en visvangst, landbouw en veeteelt aanmoedigde. Dat staat in geen verhouding tot de Jacob Bouckels, die letterlijk over lijken ging. Het gedicht "de Beukelaar" schrijft over hem: "Hoe barsch ook van gemoed" en "Geen eigene werd ooit een lach Op 's ridders wang gewaar."
Volgens Kortebrand was Jacob Bokel getrouwd met een dochter van de heer van Woerden bij wie hij 2 zoons verwerkt. Dirk en Gijsbrecht.
Volgens het zondagsblad de Standaard van 25 maart 1941 zijn de beide broeders in het jaar 1245 gestorven en is hun stoffelijk overschot bijgezet in de abdij van Egmond.
De oudste Dirk, liet een zoon Reinier na die kinderloos stierf in 1266, zodat zijn goederen geerfd werden door een zoon van Gijsbrecht, die ook Gijsbrecht heette.
Deze Gijsbrecht wordt vermeld in 1285 en is waarschijnlijk overleden in 1298, met achterlating van 3 zoons: Dirk, Gijsbrecht en Herman.
Dirk, de zoon van Gijsbrecht, had ook nog een dochter: Agniese.

Volgens Lois sterf Jacob in 1189 en volgt zijn zoon Reijnier hem op.

Reijnier verbouwde het kasteel Bulgersteijn, dat ook tot het familiebezit behoort. Deze Reijnier (of Reinier) was ridder in dienst van Floris de IVe (1210-1234) en koning Willem.
Het kasteel Bulgersteijn stond aan de westzijde van Rotterdam, beneden de dijk, binnen de stadsmuren. Het is een heel oud slot, dat al voor het jaar 1000 gebouwd was. Rondom het kasteel woonden veel vissers in hutten. Reijnier liet hun belasting aan hem betalen. Reijnier sterft in 1266.

Zijn zoon Dirk was een ridder die uitgetrok naar verre gewesten. Dirk Beukel van Weena streed aan de zijde van Witte van Haemstede tegen de Vlamingen. Hij hielp o.a. mee Zierikzee te heroveren (1304) en, naar van hem getuigd wordt, vocht hij met zijn mannen in de voorste linies. Hij was in de oorlog van 1305 een trouwe strijdmakker van Graaf Willem de 4e de zoon van Jan de IIe van Henegouwen. (1285-1356) (Jan van Beaumont).
Deze graaf stond toe dat het wapen van Holland en Henegouwen met het wapen van Weena verenigd werd tot het huidige wapen van Rotterdam.Volgens een oorkonde van 6 april 1306 draagt Dirk (Diederik) Bokel het Hof van Weena op aan heer Nikolaas van Putten en ontvangt het als leen terug (bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam; deel IV reg. 180).

In ach lieve tijd. 7 eeuwen rotterdam staat dat in juni 1340 Willem IV Rotterdam vergrootte met een deel van het grondbezit van de kort daarvoor overleden heer Dirk Bokel, die het nabije kasteel Weena had bewoond. Dit kan alleenmaar deze Dirk Beukel van Weena geweest zijn. Zijn overlijdensdatering moet derhalve geschat worden op 1340. Dit is bijzonder omdat zijn achterkleinzoon adriaan in 1360 overlijdt. Veel overlijdensdata moeten met een korreltje zout genomen worden. Het is vaak de datum waarop de persoon voor het laatst in leven is aangetroffen.

Het Rotterdams jaarboekje 1942 geeft aan dat Dirk slechts een dochter naliet, Agniese (ook:Agniesse), die huwde met Simon van Benthem. Mij is niet duidelijk of dat deze Dirk betreft of Dirk Bokel uit 1156. J.H.W. Unger beweert namelijk dat Dirk een zoon kreeg: Willem. Agniese erfde in ieder geval Weena, maar verbleef er waarschijnlijk weinig. Simon van Benthem werd n.l. foto 24.8.2004 van J.C. de Leeuw van Weenenhoutvester van Holland en kreeg het slot Teylingen als ambtswoning toegewezen. Het is tekenend, dat hij zich toen Simon van Teylingen ging noemen; het oude geslachtswapen - de dubbelgestaarte leeuw bleef hij echter voeren (Zie voor de Benthems: Dr H. Obreen, Heer Simon van Benthem enz., Maandblad Nederlandsche Leeuw 1936, blz. 389 vlg.) Simon is waarschijnlijk in de slag bij Stavoren omgekomen. Agniese hertrouwde met Gerrit van Herlaer. Simon liet slechts een dochter na, Janne van Teylingen geheten. Zij erfde van haar moeder Weena. Bij haar overlijden kwam het huis Weena met zeven morgen land (856 m2, de hoeveelheid land die in 1 morgen kan worden geploegd) in 1365 aan haar neef Jacob Beukel (bronnen IV, reg.877). Dat kan dus nooit Jacob van Wassenaar geweest zijn, maar hier moet Jacob de zoon van Willem mee bedoeld zijn. Deze Jacob kreeg ook andere familiegoederen; in 1367 wordt hij door Hertog Aelbrecht verblijd met de ambachten Bokelsdijk, Bloemaertsdijk en het Roode Zand (bronnen XV, reg. 906). Ter onderscheiding van zijn familielid Dirk Bokel uter Nesse werd Dirk vaak Bokel van Rotterdam genoemd.

Ruine van het Huis te Riviere

foto: Freek Rosman. bron: Historische Vereniging Schiedam

In "Ach lieve tijd Schiedam" wordt vermeld dat edelman Dirk van Bokel Schiedam stichtte door de aanleg van een 'nieuwe dam' in zijn polder die lag tussen de huidige hoogstraat, boterstraat en singel. De schippers die toen niet meer de Schie konden opvaren, sloegen bij deze dam hun lading over op schepen die verder landinwaarts trokken. Dat betekende werk en dus vestigden zich bij de dam handelaren, schippers en ambachtslieden. De nieuwe nederzetting kreeg de naam 'Nuwer Scie' en de polder heette 'ambacht Riviere' (Riviere is oud-frans voor oeverland). Dirk verkocht de polder aan Aleida die bij de Schie het huis te Riviere liet bouwen. Volgens mij moet hier toch ook gedacht worden aan Dirk Bokel uter Nesse.

 


de Ridderstraat te Rotterdam vlakbij de voormalige Weenastraat. De link is duidelijk. Foto: Jan de Leeuw van Weenen 2004De zoon van Dirk, Willem, is ook ridder maar daarnaast hoogheemraad van Schieland.
Als Willem sterft laat hij 2 zonen achter: Jacob en Gijsbrecht.
Het is zeer waarschijnlijk dat het deze Gijsbrecht is waarnaar verwezen wordt in ach lieve tijd:"De ene oever van de Rotte behoorde aan de heer Oudgier van Kralingen die de bewoner van het slot Honingen was, de andere aan heer Ghisebrecht Bokel, die in het kasteel Weena huisde."
Gijsbrecht sterft in 1347 kinderloos.

Het is mij niet duidelijk of de in het Algemeen Nederlandsch Familieblad van 10 juli 1883 genoemde Ghijsbrecht Buekel dezelfde is. Hierin wordt aangegeven dat Ghijsbrecht namelijk nog leefde in 1415. Het artikel dat nagenoeg geheel gaat over Ghijsbrecht vermeldt dat .... moet nog vertaald worden....

Terwijl Lois volstaat door 1 Gijsbrecht (broer van ) te noemen, komt Jacob Kortebrand met maarliefst 3 Gijsbrechten op de proppen.

Jacob leefde nog in 1349 en had een zoon Adriaan en een dochter Weyntien. De nieuwe rotterdamsche Courant zaterdag van 22 maart 1941 meldt ons dat hij omstreeks 1565 heer van Weena werd.

Adriaan sterft in 1360 en laat 2 zonen en een dochter achter.
De erfenis wordt verdeeld; de ene zoon Gillis, krijgt het slot Bulgersteijn en de landen van Boeckeldijk.
De andere zoon, Adriaan wordt heer over het gebied van Weena en de landen van Cool
De dochter Oda wordt het klooster van Delft ingestuurd, dan is er een kind minder die iets van de erfenis moet hebben.
Ze overlijdt in 1467.
Heer Adriaan kreeg 3 zonen en 2 dochters.
Jacoba van Beijeren biedt hier haar verontschuldigingen aan voor de vernietiging van het Hof van Weena (historisch grapje van mijn vader en moeder op mijn bruiloft) Tevens kreeg ik opdracht om het kasteel te herbouwen. Vandaar de  kloostermop met een strikje eromheen.De zonen: Gerrit, Jan en Jacob waren alle drie ridders in de tijd van Jacoba van Beijeren en Philips van Bourgondië.
In 1420 vinden we een aantekening, dat Jacob Beukell van Wedena door Jan van Beyeren beleend werd met de goederen, reeds door hem van de Grafelijkheid in leen gehouden. (bronnen IV, reg. 2055 en 2056). Dat betekende, dat de Weena's tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de Jonker Fransen periode aan de kant van Hertog Philips vochten, die deze oorlog dan ook gewonnen heeft. Het Hof van Weena werd echter tijdens deze oorlog vernietigd.
Hoe ging het verder met de drie zonen van Heer Adriaan?
In 1447 sterft Jacob kinderloos, Jan een jaar later, en Gerrit als laatste in 1452.
Volgens de Nieuwe Rotterdamsche Courant zaterdag 15 mrt 1941 is Gerrit van Weena ridder voor Nimwegen.
Volgens sommige bronnen (uitzoeken welke) is deze Gerrit, de Gerrit Storm van Weena, vader van Margaretha van Weena. Andere bronnen spreken dit tegen.(/www.kareldegrote.nl, zoeken op storm)
Hij laat geen zonen achter, maar een dochter, Margaretha. Zij trouwde met Pieter van Rhoden en ging wonen op het kasteel van Rhoon, dat nu nog steeds bestaat.

De familietak gaat echter verder bij Gillis van Boekel. Heer van Boeckeldijk en Bulgersteijn. Simon van der Sluys vermeldt in zijn Beschrijving der adellijke sloten van Schieland (rotterdamsch jaarboekje 1892) dat Gillis in 1374 heer van het kasteel Bulgersteijn is geweest, bij hertog Aelbert van Beijeren was en voor zijn slot doodgeslagen is. Volgens Simon had hij 2 zonen. De oudste was Lievijn en de jongste Jan.

Hij krijgt een zoon Jan, die zich Jan van Bulgersteijn noemt.

Jan op zijn beurt krijgt een zoon Lievin van Bulgersteijn.

De zoon van Lievin is Arent van Bulgersteijn. Een neef van Gerrit Storm van Weena.Omdat deze Gerrit geen zonen nalaat komen de bezittingen in handen van Arent van Bulgersteijn, die zich dan Arent van Weena gaat noemen, omdat hij de bezittingen van Weena erfde. Dit betrof echter slechts landgoed, daar het Hof reeds vernietigd was.
Arent was kapitein van 300 soldaten in het leger van Philips van Bourgondië. Hij hielp hem bij de belegering van Calais in 1436 en hij stierf in 1460.
Het kasteel GysenburghZijn zoon Jacob heeft in 1446 het kasteel Gysenburgh gekocht en heet dan Jacob Bouckels van Weena, heer van Gysenburgh.

Een aantal bronnen spreken dit tegen.
Volgens de NRC van 15 maart 1941 echter is Arent een neef van Adriaan en heeft Arent Giessenburg gekocht in 1446.

Volgens drs. P.G.W.C.H Verrips die in het kader van zijn studie Geschiedenis onderzoek gedaan heeft naar de Heren van Giessenburg is er nooit een Arent van Weena geweest als heer van Giessenburg, is Giessenburg in 1446 gekocht door Arent van Gent en had deze Arent geen directe familiebanden met de familie van Weena.
De van Weena die in 1476 het slot Giessenburg overneemt is een Jacob Mathijsz. van Wena, wat dus aangeeft dat zijn vader Mathijs van Wena heette. Feit is in ieder geval dat nog een aantal van Weena's gewoond hebben op Giessenburg, te weten:
*Jacob van Wena 1476
*Johan van Wena 1494
*Francois van Wena 1534 - 1541
*Jacob van Wena 1541 - 1554
Dit is beloond met een straatnaambordje in het plaatsje Giessenburg: de van Wenastraat.


Foto's van Camiel Groffen (webmaster www.Giessenburg.nl).
Onder het onderste straatnaambordje staat vermeld: Heren van Giessenburg van 1476-1554

Johan van Wena is daarbij nog specifiek beloond met een straatnaambordje in het hoogheemraadschap Alblasserwaard (Alblasserdam) in het bedrijvenpark Hogendijk : de van Wenaeweg. Johan was namelijk dijkgraaf geweest in dit hoogheemraadschap in 1511. De heren Van Giessenburg / Giessen-Nieuwkerk waren ook altijd (erf)watergraaf van de Overwaard en als zodanig enorm invloedrijk in het hoogheemraadschap dat bestond uit de Overwaard en de Nederwaard. Regelmatig waren de watergraven van de Overwaard ook dijkgraaf van de Alblasserwaard.


Foto's: Klaas-Willem Roest (6 maart 2005)

De straatnaamcommissie (Ton Wemmers gemeente Alblasserdam) heeft hierbij echter een foutje gemaakt. Wena wordt hier opeens geschreven als Wenae. Bijna nergens, komt de naam Wena op deze manier voor in de archiefstukken.

De gemeente archivaris Arno Doeser kon mij verder nog vertellen dat bij de vaststelling van de straatnaam Van Wenaeweg op 10-02-2000 gebruik is gemaakt van een overzicht van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard

R.F. van Dijk van het Stadsarchief Gorinchem heeft mij deze lijst opgestuurd. Inventarisnummer 628 van het archief van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden bevat een akte van 29 juli 1511, waarin “Johan van Wena, heer van Giessenburch ende tot Giessen-Nyeukerck” optreedt als dijkgraaf. Zijn zegel, dat aan de akte hangt, is helaas te zwaar beschadigd om het randschrift te kunnen lezen, zodat uit deze bron ongewis blijft hoe hij zijn naam zelf spelde.

Drs. P. Verrips is aan de universiteit van Leiden als historicus afgestudeerd op een onderzoek naar de heren van Giessenburg en Giessen-Nieuwkerk.Hij wist mij hierover mede de delen: als aanvulling op de bron kan ik alleen toevoegen dat alle bronnen die ik ken Wena als Wena schrijven, nooit als Wenae.

 


In 1477 sterft Arent en zijn zoon Jan volgt hem op.
Als Jan in 1490 kinderloos sterft, gaan de bezittingen naar een neef van de familie

Deze Gerrit, welke dus mogelijk een kleinzoon van Arent is krijgt een zoon Jacob.

Almondestraat te Rotterdam. Op de achtergrond het Katshoek gebouw. Foto: Jan de Leeuw van Weenen 2004Deze Jacob Bouckels van Weena is samen met zijn neef Jan van Almonde bij de huldiging van Philips de IIe, koning van Spanje, dezelfde die Willem van Oranje steeds dwars zat. Jacob Bouckels van Weena vererft of verkoopt het huis en de hofstede Weena, net als de 7 morgen land, die daarbij hoorde in 1498 aan Jacob van Almonde, Meester-cnape van de houtvesterije van Holland. Zijn zoon Jan van Almonde erft het vervolgens in 1506. Zijn zoon Jacob van Almonde (1535-1609) erft het vervolgens op 22 oktober 1555 en verkoopt het als laatste particuliere eigenaar aan de gemeente Rotterdam in 1590. Jacob van Almonde heer van Weea sterft kinderloos.
Het is niet bekend of Jacob Bouckels van Weena kinderen had.


Dan valt er een nevel over de geschiedenis.


Na de verwoesting van het kasteel was de familie Weena het eeuwenoude familiebezit kwijt.
Ergens in de buurt van Hendrik Ido Ambacht beginnen ze een nieuw bestaan. Daar komen we honderd jaar later in ongeveer 1650, 2 zonen van een zekere Jan van Weena tegen. Maarten en Willem (1674). Willem was geboren in Den Haag.

Maarten krijgt 11 kinderen.

De enige zoon Jan gaat als schipper varen over de Hollandse wateren. Hij trouwde met Geertruid Veth.
Op de site Weerbare mannen Hendrik-Ido-Ambacht 1747 staat Jan van Weena vermeldt als een onvermogend weerbare man Op den Dijck. (Bron: ARA Staten van Holland toegang 3.01.05 inv. 3882)

Van hun 7 kinderen is alleen over de jongste zoon Pieter bekend dat hij als binnenvaartschipper trouwde met Kuniertje Stam.

Hun zoon Aart trouwde met Adriana de Leeuw uit Middelharnis.

Beide vaders van zowel Aart als Adriana heten Pieter. Omdat zij hun zoon naar de vader van Adriana willen noemen wordt hij gedoopt als Pieter de Leeuw.
Aart noemt zichzelf afwisselend van Weena, Wena of van Weenen.
Dan gebeurt er iets tragisch, kort na elkaar overlijden de ouders en Pieter is op zijn le verjaardag wees.
Of hij in een weeshuis komt of bij zijn grootouders in huis weten we niet. Hij groeit op in Middelharnis, waar hij in 1831 trouwde met Cornelia Lugthart. Dan wordt de naam de Leeuw bij de naam van Weenen gevoegd. Pieter de Leeuw van Weenen is de eerste die de familienaam draagt.



 

Terug naar boven

 


 

 

 

 

Een reactie op bovenstaande gegevens is zeer welkom.
Mail me op Mailadres is een plaatje tegen spam. emailadres overtikken dus alstublieft

 

 

Laatst bijgewerkt 30.04.2010